Een aanhanger moet je goed beladen
Anders gaat de lading onderweg schuiven. In het slechtste geval verlies je de macht over het stuur en beland je in de vangrail. Ik zag het laatst op de A50 nog gebeuren.
Met veilig tillen en verplaatsen werkt het net zo: doe het verantwoord, voor de veiligheid van de zorgvrager, jezelf en je collega’s.
In dit blog staan de 5 grootste misvattingen over tillen en verplaatsen. Herken jij ze? Ik ben benieuwd.
Misvatting 1: Ik bepaal zelf hoeveel kilo’s ik maximaal til
Nee, toch niet. Er zijn landelijk afspraken gemaakt over wanneer een handeling te zwaar wordt en wat je dan moet doen.
Vergelijk het met de maximumsnelheid: misschien vind jij het veilig om met 160 kilometer per uur over de snelweg te scheuren, maar we hebben landelijk afgesproken dat 100km/u (of 120km/u) de max is.
Als je gesnapt wordt, krijg je een stevige boete. Als je de regels voor fysieke belasting overschrijdt, betaal je met pijnklachten. Je kunt ze dus maar beter kennen:
- voor cliëntgebonden handelingen vind je de regels voor lichamelijke belasting in de ‘Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting voor zorgverleners’
- voor ondersteunende diensten vind je ze in de ‘Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting voor niet-cliëntgebonden werkzaamheden’
Misvatting 2: Te zwaar tillen compenseer ik met een extra pauze
Dat lijkt een slimme keuze. Maar een extra pauze heft de overbelasting niet op.
Wist je dat 60% van de zorgverleners regelmatig kampt met rug-, schouder- of nekproblemen? Daarom is het belangrijk dat je de klachten vóór bent. ‘Extra pauzeren’ is als appelazijn tegen wratten: het werkt niet. En het is nog oncollegiaal ook, want als jij extra pauzeert, moet je collega harder werken.
Als je goed voor jezelf zorgt, zorg je indirect ook goed voor je collega’s. (Ja, dat is er eentje om in te lijsten, hè? 😉)
Misvatting 3: Hulpmiddelen alleen nodig bij fysieke klachten
Ho, stop: hulpmiddelen zijn er om klachten te voorkómen. Als je een hulpmiddel goed inzet, heb je nauwelijks kracht nodig. En soms hoef je zelfs niks meer te tillen.
Een hulpmiddel laten staan is alsof je het wiel hebt uitgevonden zonder het te gebruiken. Niet zo slim.
Misvatting 4: Overnemen is sneller
Het is eerder andersom. Hoe meer de zorgvrager zelf kan doen, hoe kleiner de fysieke belasting voor de zorgprofessional. En dat is geen bezuiniging voor de zorgvrager, want zelf doen wat je zelf kan doen, is belangrijk om zelfstandig en zelfredzaam te blijven. Of, met een mooie Hollands gezegde: Use it or loose it!
Ga daarom nooit direct aan de slag, maar praat met je zorgvrager. Hoe is het met hem of haar vandaag? Wat lukt wel en niet zelf, welke handigheidjes kent hij of zij zelf al? Zo ontdek je vanzelf wat iemand zelf kan en waar je bij moet helpen.
Wist je dat de bewegingsmogelijkheden van een zorgvrager kunt indelen in mobiliteitsklassen? Van groen (geheel zelfstandig) via groen/oranje (gebruikt hulpmiddel als looprek; voor langere afstanden scootmobiel), oranje (wel staan, niet lopen) en oranje/rood (wel zitten met steun, niet staan), naar rood (volledig hulpafhankelijk).
Misvatting 5: Iedereen weet al wat er gaat gebeuren
Als zorgverlener heb je vaak haast-haast-haast. Logisch dat je de verplaatsing zo snel mogelijk wilt afronden. Maar: voor de zorgvrager is een verplaatsing elke dag weer spannend. Hij is onzeker, omdat hij niet meer zelfstandig kan bewegen van A naar B. Als jij hem dan, met één blik op de klok en het washandje al in je hand, overeind helpt zonder overleg, wordt een zorgvrager nóg onzekerder. En is de kans groot dat hij tegenwerkt in plaats van meewerkt.
Het toverwoord is communicatie. Vertel wat je gaat doen, tel samen af en laat je zorgvrager meehelpen waar het kan. Dat scheelt jou een hoop gesjor, en de zorgvrager houdt de regie.
Snel weer helemaal bij
Natuurlijk kun je over dit onderwerp een e-learning bij ons doen. Voor medewerkers die huishoudelijke hulp bieden is er Ergonomisch en veilig werken. En voor verzorgenden en verpleegkundigen is er Veilig tillen en verplaatsen. Deze modules maken natuurlijk onderdeel uit van het abonnement.